190608 - Perinaldo |
Ingers House - Apricale
190607 - Apricale |
Apricale ligt verscholen in het meest oostelijke deel van de Italiaanse Alpen, de Alpi Marini, twintig minuten van de kust, van Ventimiglia en Menton, Frankrijk, de Corniche zogezegd. Qua natuur een merkwaardige mix, half olijf, half gatenkaas, vooral olijf. Binnen een spanne van slechts enkele kilometers dieper naar ’t zuiden wisselt het gebergte al van gedaante, met een ander klimaat, droger, scherpere begroeiing, de Apennijnen nemen over.
Noord-Italië trakteerde ons op gematigde temperaturen, 23°, de nachten koel. Niet ene cigale dit jaar, ik denk, niet heet genoeg. Slapen deden we uiteraard met wijd open ramen, luikjes naar buiten opengeklapt. Vuurvliegjes zweefden er ’s nachts langszij, wit knippend, tientallen, in het donker dansende minuscule LED-jes, aan uit, aan uit. Onderin de langgerekte kloof klaterde een piepjong stroompje en tot laat in de nacht gaven mij onbekende zangvogels bovenop een onderlaag van honderden wellustig kwakende kikkers het beste van zichzelf. Fris als pas gewassen lakens kwam het oerwoud door de mazen van het muggennet binnendrijven, heerlijk zuiver ademhalen.
Aan de andere kant van het ravijn, in rechte lijn een goei honderd meter, ligt Apricale. Zoals het dorp met steen en klei tegen de berg is geplakt doet het denken aan een nest, een kolonie, de broedplaats van een schier onbekend insect. Er waren er wel meer, dergelijke nesten, van velerlei oorsprong. Langs de telefoondraad die van de boom achter het terras tot de nok van ons huis bengelde bewoog een niet aflatende karavaan mieren zich een weg tot onder de pannen boven ons bed. Naar schatting zaten er op de kabel alleen al minstens een half miljoen, wellicht meer. En dan op onze parasol. Toen we die de eerste dag opentrokken hing er aan de binnenkant het prille begin van een wespennest, een Duits exemplaar, gelukkig. Tof beestje, niks geen last van. De Duitse wesp laat ons gerust, helemaal anders dan 'onze' gewone wespen. Thuis in Borgerhout hebben we er ook en we zijn er bij ervaring onvoorwaardelijk fan van geworden. Met warm weer zijn ze er al half mei, dan hangen ze gedurig boven en rond ons vijvertje. Duitse wespen zien er op het eerste gezicht niet anders uit, maar als ge goed kijkt hebben ze langere poten, wat ze iets slungeligs geeft, trager en ongevaarlijk, sympathiek bijna. Die op onze parasol moest tot onze gewetensspijt telkens we hem open of toe trokken opnieuw aan dat nest beginnen, en dat deed ze, onversaagd. Na een paar dagen is het beginsel spijtig genoeg losgescheurd en licht als zijdepapier van het terras weggewaaid. Het voelde echt wel wat rottig het bouwwerkje alleen maar vanwege ons ellendig luxeleven kapot te weten gaan maar ook wij hadden de parasol nodig, hoe koud het er 's avonds ook kon zijn, de zon overdag brandde zonder pardon het vel van mijn schedeldak.
Noord-Italië trakteerde ons op gematigde temperaturen, 23°, de nachten koel. Niet ene cigale dit jaar, ik denk, niet heet genoeg. Slapen deden we uiteraard met wijd open ramen, luikjes naar buiten opengeklapt. Vuurvliegjes zweefden er ’s nachts langszij, wit knippend, tientallen, in het donker dansende minuscule LED-jes, aan uit, aan uit. Onderin de langgerekte kloof klaterde een piepjong stroompje en tot laat in de nacht gaven mij onbekende zangvogels bovenop een onderlaag van honderden wellustig kwakende kikkers het beste van zichzelf. Fris als pas gewassen lakens kwam het oerwoud door de mazen van het muggennet binnendrijven, heerlijk zuiver ademhalen.
Aan de andere kant van het ravijn, in rechte lijn een goei honderd meter, ligt Apricale. Zoals het dorp met steen en klei tegen de berg is geplakt doet het denken aan een nest, een kolonie, de broedplaats van een schier onbekend insect. Er waren er wel meer, dergelijke nesten, van velerlei oorsprong. Langs de telefoondraad die van de boom achter het terras tot de nok van ons huis bengelde bewoog een niet aflatende karavaan mieren zich een weg tot onder de pannen boven ons bed. Naar schatting zaten er op de kabel alleen al minstens een half miljoen, wellicht meer. En dan op onze parasol. Toen we die de eerste dag opentrokken hing er aan de binnenkant het prille begin van een wespennest, een Duits exemplaar, gelukkig. Tof beestje, niks geen last van. De Duitse wesp laat ons gerust, helemaal anders dan 'onze' gewone wespen. Thuis in Borgerhout hebben we er ook en we zijn er bij ervaring onvoorwaardelijk fan van geworden. Met warm weer zijn ze er al half mei, dan hangen ze gedurig boven en rond ons vijvertje. Duitse wespen zien er op het eerste gezicht niet anders uit, maar als ge goed kijkt hebben ze langere poten, wat ze iets slungeligs geeft, trager en ongevaarlijk, sympathiek bijna. Die op onze parasol moest tot onze gewetensspijt telkens we hem open of toe trokken opnieuw aan dat nest beginnen, en dat deed ze, onversaagd. Na een paar dagen is het beginsel spijtig genoeg losgescheurd en licht als zijdepapier van het terras weggewaaid. Het voelde echt wel wat rottig het bouwwerkje alleen maar vanwege ons ellendig luxeleven kapot te weten gaan maar ook wij hadden de parasol nodig, hoe koud het er 's avonds ook kon zijn, de zon overdag brandde zonder pardon het vel van mijn schedeldak.
190607 - Apricale |
Air Suisse
190606 - Zwitserland |
Ten gevolge doorgedreven studie van Maps, Touring, VAB, ANWB en nog een resem andere toeristensites en nietsontziende zuinigheidsberekeningen was het eindelijk besloten om over Zwitserland te reizen. De geskipte Franse péage, de lagere Zwitserse brandstofprijs en een iets minder aantal kilometers zouden ons samen zo'n 50 euro besparen, waarmee we dan weer eens extra konden gaan eten. De voorziene reistijd, 20 minuten langer dan over Frankrijk en de harmonicaellende voor en na Lyon leek me samen met die 50 euro een mooie verdienste. Alzo ben ik bij Auto5 een onvervalst Zwitsers autowegenvignet gaan halen hetwelks ik vol blijde verwachting op de toegewezen plaats binnen op de voorruit heb geplakt. Die krijgt ge er vanwege een clever uitgedacht concept nooit meer af. De sticker bestaat uit slechts hier en daar aan elkaar hangende repels wat iedere wensgedachte aan recup en doorverkoop nul kansen op slagen biedt, de degelijkheid van een Zwitsers horloge verbleekt erbij in ‘t niet. In de zelfgenoegzame comfortzone van een weloverwogen keuze reden we hier aldus om kwart voor 6 's morgens de Ring op met een eerste stop pas in Luxemburg, alleen maar om de tank vol te gooien, en gezwind bij regen en 12° verder te vlammen. Ter hoogte van Metz zwaaiden we even oostwaarts richting Straatsburg. Door het Duits-Franse of Frans-Duitse WOI-wingewest was het dan nog een paar honderd kilometers tot aan Bazel, Zwitserland. En toen, ja, toen was het gedaan met zingen. De grenswachters (sic) kregen er als vanouds weer geen genoeg van om echt elke auto opzij te zetten teneinde elke sticker achter elke voorruit minutieus op echtheid te controleren, fraude is kansloos. Vervolgens viel onze gps weg, wat op zich niet zo'n probleem is omdat Zwitserland toch altijd rechtdoor is, maar toen ik een eindje verder een sms kreeg om te zeggen dat we mijn Telenetbundel al met 10 euro overschreden hadden begon het ons plotseling te dagen dat wij niet langer gewoon in Europa waren maar door een belachelijk bergstaatje reden waar roaming opnieuw betalend wordt en waar onze Euro niet veel te vertellen heeft. Dankzij de Zwitserse Franc betaalden we ons blauw om een piske te mogen plegen en zagen we bij de pomp ons financieel voordeel helemaal de mist ingaan wegens een absurde wisselkoers. We zijn doorgereden, zonder tanken, Italië gingen we wel halen en, hoewel de naft daar zowat de duurste in Europa is, zouden we gene franc meer in heel die gatenkaas investeren. Dat we een uur of twee later zelfs in het diepste van de 17 km Gottard niet de verhoopte 38° haalden en we voor de eerste keer van mijn leven aan de Italiaanse kant opnieuw in een grijsgrauwnatte 14° belandden heeft Zwitserland in mijn ogen voorgoed de nek omgewrongen. Jamais nog, niemahls-nooit-niemeer-grüssgottverdomme.
23 kaarsjes uit het hart
Subscribe to:
Posts (Atom)