Apostrophy en een Stickertje


181104



"Neemt allemaal een half blaadje papier en schrijf op": (elk jaar zowat de eerste woorden van de 'professor' in de lagere school)
- naam en voornaam en geboortedatum (dat ging, als ze me maar niet vroegen hoeveel jaar ik was!)
- naam vader (geen probleem)
- naam moeder (geen probleem)
- beroep van vader (we hadden notarissen in de klas, dokters, neven van paters, zonen van oud-kolonialen, pas terug uit de Kongo, van ons vader zijn beroep was ik echter niet zeker hoe dat heette)
- beroep van moeder (???)


Het klevertje van de foto moet zowat het laatste etiket zijn dat bewaard is gebleven. Mijn vrouw heeft nog meer dingen gered: foto's, brieven, documenten, juwelendoosjes, een doosje zuiver zilver, een klompje goud tot en met Het Steentje. Dat kleinood herinnerde hem en ons aan de V2 op de Rex, Hij had kaartjes om op 16 december 1944 met zijn moeder, ons Bobonne, Buffalo Bill te gaan zien. Bobonne was echter thuisgebleven met een valling. In de cinema is ons vader nog van plaats veranderd, een tiental minuten voor de V viel, omdat hij niet goed zat/zag. Waar hij eerst zat, waren ze allemaal verpletterd door een zware betonnen balk. Tussen de puinen van de Rex hebben die van het Rode Kruis in eerste hulp het steentje uit mijn vaders schedel gepeuterd. Hij heeft het zijn leven lang op zijn lichaam gedragen. Nu bewaren wij het.


We verkochten naast exclusief handgemaakte juwelen ook koekoeksklokken, Zaanse klokken, Zwitserse klokken en een gamma aan 'orloges van Citizen, het sjieke Zenith en aan de top van de digitale verbeelding toen het Japanse Seiko. Ik werkte in die dagen samen met ons vader, in opleiding zeg maar, speciaal wel maar niet raar. Al van in de lagere school moest ik elke eerste dagen van de zomervakantie met hem mee vanwege de slechte rapporten die ik jaarlijks van school meebracht, om bij te werken. Hij stuurde mij algauw als loopjongen met steentjes in zogenaamde partiebriefkes de Vestingstraat in om die op een of andere hoek aan van zijn joodse connecties te geven.
Wat ik allemaal niet leerde en uitspookte, tot en met een leeg parfumfleske vol gas pompen en met een vlammeke aansteken in de hoop een gaskaars uit te vinden. Met een keiharde knal vlogen de stukken glas van het flesje achter mij in meubilair en in de muur. Ongelloflijk maar waar, ikzelf had geen schrammetje. Later, toen ik met hem in Merksem in de winkel werkte, en het uitvinden beu was of ik had er geen fut meer in dan kroop ik in het salonneke naast 't atelier in ons geel fauteuilke. Daar heb ik Tolkien gelezen en herlezen, en alle Castaneda's, en heel Elsschot, Kerouac en Boon. Onder het duister dekbed van de lange winteravonden ben met het hypnotiserend ruisen en tikken van de chauffages en de spaarzame geluiden van de brandertjes uit het atelier, het schuren en het polieren en het pruttelen van de vitriool, ontelbare keren in de vreemdste dromen weggesoesd tot het tijd was en we weer samen voor 't sluiten van de winkel de meest waardevolle stukken in de brandkast sloten om naar huis te rijden. Nooit heeft hij mij één verwijtend woord gegeven. Wat een vader!!


No comments:

Post a Comment

reactinos or comments